Wat ik nog weet is een triptiek. In drie luiken, die zich in 1987, 1944 en in 2008 afspelen, zijn we getuige van de gecompliceerde band tussen een moeder -Manon- en haar zoon -Peter- tegen de achtergrond van ingrijpende en soms dramatische familiegebeurtenissen. De liefde tussen de twee wordt in de eerste twee delen vaak bedolven onder wederzijdse vooroordelen en onbegrip, maar komt in het derde deel, met de dood voor ogen, tot volle wasdom.